Toen en nu

  • 1985/86: 1e officiele seizoen, (als Nedlloyd Vier)
  • 1992/93: Kampioen res. 4e klasse (Vijfde)
  • 1997/98: Nedlloyd Drie
  • 1998/99: sc ASV Arsenal zat.2
  • 1999/00: sc ASV Arsenal zat.1
  • 2001/02 - nu: sc ASV Arsenal vet.1

Ajax Nieuws

27 mei 2006

Jaaroverzicht 2005/06-Klassementen

Topscorers:
Joop1. Joop 17
2. Ruben 14
3. Marcel 7
4. Jason 6
5. Hans 5
6. Peer 3
7. Ruud 2
8. Raymond, Gerben, Jeroen, Rob & Ron 1

Speler van het Jaar:
RAP Toernooi1. Hans 30
2. Peer 21
3. Lode 20
4. Gerben, Jason 19
6. Harry 16
7. Rob 15
8. Duncan, Joop & Ruben 13
11. Ruud 11
12. Jeroen 9
13. Ron 8
14. Marcel 6
15. Peter 4
16. Neck 3
17. Steef 2
18. Luciano, Raymond & Martijn 1


Ruben met haarband Doelpunt van het Jaar:

1. Ruben 3-2 DWV thuis

2. Harry 0-1 Kadoelen uit
3. Ron 3-4 Kadoelen thuis


26 mei 2006

Jaaroverzicht 2005/06-Wedstrijden

27/8/05 AGB (u), KNVB 2-3 (1-3) Stefan 2, Ruben 1

31/8/05 RKAV (t), KNVB 3-6 (1-2) Ruben 2, Joop 1

4/9/05 Kadoelen (t), KNVB 7-4 (4-0) Barry Assink 3x, gebroeders Martijn en Jeroen ieder 1, Hans 1, Joop 1

18/9/05 TOG (u) 3-10 (1-4) Joop 6, Hans, Raymond, Jason, Ruben 1

25/9/05 Sporting Martinus (t) 8-2 (3-2) Joop & Hans & Marcel 2, Ruben & Jason 1

3/10/05 HBC (u) 3-2 (1-2) Joop, Ruben

10/10/05 SCW (t) 4-2 (3-2) Ruben 3, Peer 1

1/11/05 Kadoelen (t) 3-5 (1-4) Jason, Peer, Ron

3/12/05 HBC (t) 2-3Ruben 2

17/12/05 DWV (u) 2-5 (2-4) Ruben, Jeroen, Gerben, Marcel, Ruud



15/1/06 Sporting Maroc (t)1-5 (1-4) Joop

22/1/06 Overbos (u) 4-4 (2-1) Marcel 2, Ruud, Joop

04/2/06 Sporting Maroc (u) 4-1 (1-1) Ruben 1

18/2/06 DWV (t) 5-2 (2-2) Ruben 2, Hans, Peer, Jason

25/2/06 JOS/Watergraafsmeer (u) 7-2 (5-0)Jason 2

4/3/06 SCW (u) 3-2 (2-1) Joop, Ruben

18/3/06 Sporting Martinus (u) 2-3 (1-2) Hans, Joop, Ruben

1/4/06 TOG (t) 5-0--

8/4/06 Kadoelen (u) 2-3 (2-3) Harry 2, Joop

15/4/06 Overbos (t) 0-3

22/8/05 JOS/Watergraafsmeer (t) 6-3 (2-0) Joop 3, Marcel 2, Rob

'Dicht bij haar moeder' (Bron: Het Parool)

Onderstaande tekst is een integrale weergave van het interview met onze Jan Pestman door Malika Sevil. Het artikel is geplaatst in Het Parool op 19 mei 2006, in een serie over mensen die wonen op nr. 19.
---
"Ze had mooie ogen. Ja, die ogen, prachtige ogen. De eerste keer dat ik Geertje zag, was in 1962, in de kantine van de sigarettenfabriek Batco, die zat ook hier in Noord. Zij werkte daar al, ik kwam nieuw binnen. Ik deed het zwaardere werk, kisten met tabak sjouwen. Zeventien jaar was ze en iedereen liep achter haar aan. Haar baas ook. Die had al verschillende meisjes van de fabriek gehad, maar haar niet. Háár kon hij niet krijgen. Op een zeker moment zei hij tegen Geertje: 'Je staat de hele tijd te loeren naar die gozert, hé?' Dat was ik. 'Die gozert die de hele tijd zijn haar staat te kammen in het toilet'. Met zó'n vetkuif.

Ik ben bij haar gaan zitten. Ze had een wratje. Dus ik zeg tegen haar: 'Die haal je zo weg'. Daarna heb ik zo'n wrattenstift voor haar gekocht -een hele investering. Nou. Toen hadden we dus verkering. Of noem je dat tegenwoordig niet meer zo, 'verkering'? We hebben het 43 jaar volgehouden. Tot 10 augustus vorig jaar, haar sterfdag. Kijk, daar staat ze - in die urn op de kast.

Alvleesklierkanker. Ze kreeg plotsklaps rode en blauwe plekken op haar benen, van haar enkels tot haar lies. De buurvrouw zei: 'Je hebt trombose'. Wij naar de dokter. Die stuurde ons heen met een antibioticakuurtje. Dat hielp niet. Weer naar een andere dokter. Die concludeerde: 'Het zijn ziekenhuiskokken' - bacteriën. Terwijl mijn vrouw nog zei: ik heb hier pijn en ze klopte op haar buik -daar waar de alvleesklier zit. Hij wilde ons gewoon weer met een kuurtje wegsturen.

Ik riep: 'Of jij doet nú wat, of wij gaan direct naar de eerste hulp'. Toen werd er dus wel bloed geprikt. Nadat de uitslag binnen was gekomen, moest ze onmiddellijk naar het BovenIJ ziekenhuis. Dus toch trombose, maar ook longembolie en, later bleek, ook alvleesklierkanker. Niet dat ze iets aan de kanker hadden kunnen doen, maar wel aan de trombose.

Ze is het ziekenhuis niet meer uitgekomen. Tot drie, vier dagen voor haar dood. Ik wilde haar niet in het ziekenhuis laten sterven. Ze is doodgegaan met afgestorven voeten. De artsen zeiden tegen mij: 'Ze is uitbehandeld'. Wat nou uitbehandeld? Ze heeft twee rotte benen en alvleesklierkanker! Hoe kunnen jullie nou zeggen dat ze is uitbehandeld?

Ik wil een onderzoek door het medisch tuchtcollege. Ik begrijp niet hoe twee doktoren het mis konden hebben en hoe haar voeten, toen ze in het ziekenhuis lag, binnen een week zwart konden worden.

Ze was een heel dappere vrouw. Ik heb haar niet één keer horen klagen. Over de dood wilde ze het niet hebben. 'Anders moet ik huilen,' zei ze dan. Ze was als de dood voor de dood.

Ach, het huis is leeg zonder Geertje. Ik laat alles zoals het was: haar kleren in de kast, de cremes op het schapje in de badkamer, haar bustehouder -alles ligt er nog. Ik krijg het niet over mijn hart haar spullen weg te gooien. Het huis ademt nog Geertjes geest. Ik houd ook de boel schoon in de stijl van haar. Heb je niet gezien hoe netjes het hier is? Tegelijkertijd is het ook moeilijk, want ik word er nu iedere dag mee geconfronteerd.

Dan zeggen ze tegen mij: 'Je moet wel je verjaardag vieren, hoor'. Nou, nóóit meer - wat een hard gelag. Daar zaten we dan met zijn allen. Een borrel erbij, maar de hoofdpersoon was er niet. Zij was een heel goeie sfeermaakster. Eerste kerstdag zelfde verhaal.

Ik ben opgegroeid bij de Haarlemmerhouttuinen, in een spannende, droevige, armoedige tijd vlak na de oorlog. Ik kom uit een groot gezin met twaalf kinderen, de helft is inmiddels al dood. Mijn broertje is al tijdens de oorlog overleden, hongeroedeem. Vier jaar was hij. Ik heb hem zien doodgaan. Mijn Joodse bovenbuurjongetje heb ik dood gevonden. Ook tijdens de hongerwinter. Ik ging naar hem toe om met hem te spelen, en daar lag hij. Barstensvol vliegen - dat vond ik nog het engst. Verschrikkelijk, maar het vormt je. Het geeft je het inzicht dat je blij mag zijn dat we in zo'n vrij land wonen, dat hebben de mensen tegenwoordig niet meer zo in de gaten.

Ik heb twee zonen, Jerry van 36 en Eric van 41. Geertje werd zwanger van onze oudste toen ze achttien was, ik was 27. We zijn nog voor de bevalling getrouwd en bij haar moeder gaan inwonen, hier tweehonderd meter verderop. Daarna hebben we een woning gekraakt in de Dapperbuurt. Vroege krakers. De krakers deden in de jaren zeventig alsof ze het hadden uitgevonden, maar het gebeurde allang.

We hebben nog een tijd in Zuid gewoond, bij het Olympisch Stadion, wat heerlijk was. We zijn daar weggegaan omdat we ruzie kregen met de bovenburen. De dochter des huizes en haar vrienden maakten zoveel herrie dat mijn vrouw er niet meer tegen kon. We zijn naar Almere verhuisd. Drie maanden -toen zijn we met een rotgang terug naar Amsterdam gegaan.

Ik dacht: nu moet ik een huisje vinden waar we oud kunnen worden. Ik ging ervan uit dat ik eerder dood zou gaan, ik was immers negen jaar ouder. In theorie ga je dan eerder. Daarom zijn we in 2001 hier gaan wonen, in deze jarendertigwoning in Noord, op tweehonderd meter van haar ouderlijk huis. Dan denk je: nou, als ik dan ga, heeft ze misschien haar moeder nog. Want die leeft nog steeds. Maar ja, dingen lopen altijd anders dan je ze plant. Raar he, ze ging er gewoon tussenuit en ik zit hier nog."

Floraweg
Een serie over Amsterdammers die wonen op nr 19.
Vandaag: Jan Pestman
Leeftijd: 69
Beroep:Bloemverkoper
Geboren: Amsterdam
Vader en moeder geboren: Groningen
---
Copyright: Het Parool